16. Halsbrekende toeren aan een steile rots

De kano vaart langs een rotseiland. De vader van Sisoi speurt de steile kliffen af. Plotseling wijst hij omhoog: ‘kijk jongen, daar!’ Zijn scherpe blik ziet vogelnesten: vier, vijf, wel tien op die ene rotswand. Sisoi weet wat dit betekent. Zijn vader gaat eieren rapen. Maar niet vandaag, want het schemert al. Bij donker is een klauterpartij op de rotsen levensgevaarlijk. Bovendien kan z’n vader dat alleen maar met een andere sterke man. Die moet hem aan een leren touw van de rots laten zakken tot aan de nesten. Moeder remt door de peddel stevig in het water te steken. Zo legt ze de kano vrijwel stil. De dichtstbijzijnde kano loopt hen in. Vader hoeft de Yagán-man niets te vragen, want die had hem al zien wijzen. Hij wil hem helpen en samen op avontuur.

De volgende dag is de zon nauwelijks op of iedereen is klaar wakker. De kano’s zetten Sisoi’s vader en de buurman af in een inham. Best lastig want de golfslag sleurt de kano’s telkens de verkeerde kant op. De mannen nemen een grote sprong en landen met hun blote voeten net op de eerste stenen die een beetje boven zee uitsteken. Met veel energie klimt het tweetal naar de top van de rots. Vader bindt het leren touw om zich heen. De buurman laat het touw telkens een stukje verder vieren en al gauw bereikt vader het eerste nest. De aalscholvers zijn niet op hun nest, dus hij kan de eieren gemakkelijk rapen. Een paar andere vogels vliegen weg. Vader verzamelt voor beide families eieren: twee per persoon. Sisoi rekent in gedachten uit: “twee voor papa, twee voor mama, twee voor m’n zus, twee voor mij, de buren zijn met z’n drieën. Dat zijn er dan acht voor ons en zes voor de anderen.”

De buurman roept dat vader zijn eigen gewicht beter moet opvangen, want het leren touw schuurt een beetje kapot op de scherpe rotsen. Vader doet snel de laatste eieren in een mandje van gedroogd zeewier. Rustig klimt hij omhoog, terwijl de buurman het touw binnenhaalt. De schade aan het touw lijkt mee te vallen. Ver onder zich ziet hij de kano met zijn vrouw, Sisoi en Gaméla. Hij zwaait even naar ze ‘het is gelukt’.

Later die week gaan ze er nog eens op uit, maar dan om een paar aalscholvers te vangen voor het vlees. De veren zullen mama en Gaméla vast gebruiken voor een ketting voor zichzelf, een muts voor hun vader of voor een andere versiering. Vader laat zich weer zakken, de buurman viert het touw. Vader stopt bij het eerste nest, maar als hij zich verplaatst naar het tweede, breekt het touw en valt hij tientallen meters omlaag en plonst in het water. Hij gaat kopje onder. Zijn vrouw weet dat hij niet kan zwemmen en peddelt met grote slagen op hem af.

  • Komt de moeder van Sisoi en Gaméla nog op tijd om hun vader uit het water te redden? Hoe zou het verdergaan?
  • Heb je zelf wel eens gekanood?
  • Wil je iets schrijven over dit verhaal? Een tekening bij dit verhaal maken? Mail naar info@eindelozeverhalen.nl, dan plaats ik het voor je op de site.
  • Je kunt ook doorgaan naar het volgende verhaal: 17. De zon vertrekt

Uit het MaakLab: