Hoe zagen de Yagán eruit?

Yagán-mensen zagen er niet allemaal hetzelfde uit. Door de beschrijvingen in historische bronnen krijg je een beeld van hun uiterlijk.

De Yagán waren klein, hun gemiddelde lengte was 1.60 meter. Het lichaam van de mannen en vrouwen leek aangepast aan het leven in de kano. Door het vele zitten in de boot waren hun benen dun, terwijl ze krachtige armen hadden en een brede romp. Sommige Yagán hadden een smal, anderen een breed gezicht. Hun huidskleur had tonen van wit, brons en olijfkleur. Het haar was zwart of donkerbruin, met rossige en gele tinten, vaak recht vallend, soms gekruld. Gezichtshaar trokken ze er vaak uit, op de oogharen na. Maar niet iedereen epileerde de wenkbrauwen. De meeste mannen hadden geen baardhaar. Vrouwen hadden vaak een blos op de wangen. De neus kon plat en breed zijn; smal en puntig kwam ook voor. De mond was breed, de lippen vol. De kleine, donkere soms hazelnootkleurige ogen waren helder en expressief; ze stonden een beetje schuin. Yagán hadden goede ogen en een scherp oog voor details, wat praktisch was bij het jagen. Door hun uiterlijk bestaat het vermoeden dat ze oorspronkelijk verwant waren aan mensen uit Azië.

Ze waren waternomaden, maar desondanks kon zelfs een Yagán zeeziek zijn. Bijzonder was hun weerstand tegen de kou. De vrouwen doken ook in de koude maanden het water in om schaaldieren te verzamelen voor het eten. ‘Mijn hele lichaam is eraan gewend, zoals bij jullie het gezicht’, legde een van hen uit aan een ontdekkingsreiziger.

Hun uiterlijk leek op dat van de kano-nomaden in het noordwesten, de Alakaluf. De mensen die op het land woonden, de Selknam, waren groter en symmetrisch gebouwd. Dat kwam omdat die veel liepen tijdens het jagen en niet uren achtereen in een kano zaten.

Yagán waren nieuwsgierig, leerden gemakkelijk een taal en imiteerden gezichtsuitdrukkingen, dat deden ze ook als een spelletje. Ze hielden van muziek en van zingen tijdens het werk. Over het algemeen waren Yagán goedgehumeurd. Ze waren zachtaardig en vreedzamer dan de Alakaluf. Van de Yagán-groep die in het barre zuidelijke Kaap Hoorn woonde, werd gemeld dat ze vaker ruzie hadden dan de andere groepen Yagán.